Google is in Togo terug boven water gekomen. Beter gezegd: z'n
Equiano-onderzeekabel. Die
internetkabel, genoemd naar de 18e eeuwe abolitionist
Olaudah Equiano, linkt voortaan Portugal met Togo. We begrijpen dat je even een pauze nodig hebt om te googelen wat een abolitionist is. Verdere tussenstops volgen in Nigeria en Namibië. Eindstop is Zuid-Afrika. Volgend jaar gaat ook Facebook met de
2Africa-onderzeekabel een lus vormen rond het continent. Netflix stelde dan weer onlangs z'n
eerste Afrikaanse director aan.
Het mag duidelijk zijn: de race om
de “last billion” internetgebruikers online te brengen is volop bezig. Hoe is het gesteld met
connectiviteit op het Afrikaanse continent? En wat is er nog nodig om ook daar de online ommeslag teweeg te brengen?
Hoewel ze toegang hebben tot mobiel internet, maakt meer dan de helft van de Afrikanen er nog geen gebruik van. Tegen 2025 zouden er 200 miljoen mobiele internetgebruikers bijkomen. Helaas moeten die het nog stellen met
trage 3G-verbindingen. Dat is niet voldoende om pakweg te videobellen. De Alliance for Affortable Internet spreekt dan ook van het voorzien van “
meaningful connectivity.” 4G, of beter.
Togo is trouwens het eerste land waar 5G beschikbaar is. Ook Zuid-Afrika zou snel volgen. En zelfs Ethiopië, een markt die lang gesloten bleef.
Alle goede bedoelingen ten spijt, zullen de onderzeekabels dan weer geen wonderoplossing zijn. Bits met een allez-retour van Johannesburg naar Londen sturen leidt tot bijna 170 milliseconden aan ‘latency’. Te traag voor cloud computing en streaming.
Bovendien zien Afrikanen hun data liever niet op vreemde bodem. Al in 2010 lanceerde de Internet Society de ‘
Eighty For Africa’-visie: 80% van het
internetverkeer moet binnen Afrika blijven.
Dus worden er
volop lokale datacenters gebouwd. Hoewel Afrika 17% van de wereldbevolking vertegenwoordigt, is het amper goed voor 1% van de data. De capaciteit moet dringend worden uitgebreid. Dat werd door de pandemie nog duidelijker.
Dat is geen cadeau. Datacenters zijn niet alleen heel duur, ze vereisen veel en betrouwbare energie. Dus ook op vlak van grids moet er volop worden geïnvesteerd.
En dan is er nog het 'last mile’-probleem. Grote steden of gebieden langs de kust voorzien van connectiviteit gaat relatief vlot. Maar wat met onherbergzame gebieden in het binnenland? Of afgelegen eilanden zoals Sint-Helena, waar Napoleon ooit strandde?
Met alle investeringen en plannen zal het plan om heel Afrika online te brengen wellicht niet strandden. We heten “the last billion” alvast welkom in de club.
En verder:
- Over datacenters gesproken. In Nederland houdt een kleine politieke partij, ‘Leefbaar Zeewolde’, Meta tegen om er een ‘hyperscale data centre’ neer te poten.
- We sluiten de nieuwsbrief ook af in het datacenter. Nvidia blijft niet bij de pakken neerzitten, nu de deal met ARM is afgesprongen. Het kondigt nieuwe chips aan voor servers. De ‘Hopper’ is ontworpen voor complexe dingen als taal- of genoomonderzoek. De naam is een verwijzing naar Grace Hopper, pionier in computerwetenschappen en een ongelooflijk cool wijf. Een Computerklasje om het af te leren: ooit werkte haar computer niet meer, omdat er een mot in vastzat. Sinds Grace Hopper kennen we ‘debuggen’. True story.